C12H10N2.
Oranjekleurige kristallijne stof, die bij matige verhitting verdampt (kookpunt 295o C) en zich dan in fijn verdeelde toestand op planten kan afzetten. De stof vindt vooral toepassing als acaricide (mijtendodend middel), speciaal in kassen. Het middel doodt volwassen spintmijten en larven en eieren van spint; de laatste bij een dosis die door de planten goed verdragen wordt, niet geheel afdoende.
Het middel wordt toegepast als een poeder, dat men op de verwarmingsbuizen van de kassen uitsmeert en laat verdampen en in de vorm van rookkaarsen of rookpatronen. De toepassing is aan nauwe temperatuurgrenzen gebonden (ca 24-30o C); buiten deze grenzen werkt het vrij sterk phytotoxisch (beschadigt planten). Er bestaat een sterk uiteenlopende gevoeligheid voor a. bij de verschillende gewassen, zelfs bij rassen van één gewas. Bij het ‘roken’ van a. ontstaan voor de mens schadelijke dampen; bescherming met gasmasker is daarom nodig.