Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Appelvink

betekenis & definitie

Coccothraustes coccothraustes coccothraustes L., behoort tot de vinkachtigen; grootte ongeveer als van een spreeuw. De opvallend dikke, plompe, kegelvormige snavel en het vrij bonte verenkleed sluiten iedere vergissing uit.

Deze vogel woont in een sterk gebroken, parkachtig landschap, waar hoogopgaande bomen afwissclcn met boomgaarden, weilanden enz. De a. is in het Z.O. van Utr. niet zo zeldzaam; elders schaars tot zeer zeldzaam. Het nest wordt vaak in vruchtbomen gevonden en lijkt het meest op een duivennest. De a. eet naast boomknoppen graag de kernen van de pitten van vruchten en bessen, onder meer van kersen en pruimen, maar versmaadt het vruchtvlees. Hierdoor kunnen zij enige schade aan de kersen- en pruimenteelt aanbrengen. Gezien hun schaarsheid is de schade gering. Bovendien is het een mooie en bijzondere vogel, zodat het alleszins gemotiveerd is, dat de a. tot de beschermde vogels gerekend wordt. Stand- en trekvogel.