(meerv. apotheciën), het kom- of spleetvormig vruchtlichaam, dat kenmerkend is
voor een groep van de Ascomyceten. De asci en de ascosporen worden gevormd in de bovenste laag van deze vruchtlichamen. Daartussen bevinden zich de steriele paraphysen. Onder deze vruchtlaag ligt het hypothecium. Als voorbeeld kunnen genoemd worden de vaak fraai gekleurde a. van de bekerzwammen en de gesteelde a. van het gesl. Sclerotinia. Tot grotere vruchtlichamen (paddestoelen) uitgegroeide a. vindt men bij morieljes en kluifjeszwammen.