Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Andijvie

betekenis & definitie

(Cichorium enaivia L., fam. Compositae).

Als voorvader wordt beschouwd Cichorium pumilum, die in het Middellandse Zee-gebied voorkomt en vandaar uit over verschillende landen is verspreid. A. kan evenals sla op verschillende manieren worden geteeld. Verder is het meest principiële verschil met de slateelt, dat a. stugger en sterker is en gedurende de winter, ook op een wat natte grond, vrij gezond blijft en na de winter weer spoedig gaat doorgroeien. Hierdoor is het ook verklaarbaar, waarom het uitzaaien en uitplanten voor verschillende met sla overeenkomstige teeltwijzen vroeger kan plaats vinden. Ook het gebruik van perspotjes vindt minder toepassing en tenslotte is a. vroeger in het voorjaar oogstbaar. Vooral op bedrijven, waar men vroege tomaten wil telen, is dit laatste van belang.

Teeltwijze Zaaitijd Planttijd Oogsttijd Opmerk.

Stookwarenhuis 15/8-15/9 15/9-5/10 1/1- 1/3

Koud warenhuis 1/9-15/9 1/10-30/10 15/2-30/3

Koude bakken 15/9-30/9 15/10-30/11 15/3-15/5 glas soms,

Koude bakken 15/2-15/3 15/3-15/4 1/5-15/6 glas meest gelicht

Vollegronds

(vroeg) 15/3-30/4 15/4-30/5 1/6-30/7

Vollegronds 1/5-15/7 1/6-15/8 1/8-30/10

Nateelt onder glas 15/7-15/8 15/8-15/9 1/11-15/12

Bij de verschillende teelten moet er vooral op gelet worden, dat de a. niet voortijdig doorschiet, d.i. een zaadstengel gaat vormen. Er moet in verband hiermee steeds uitgezaaid worden bij een temp. van tenminste 12o C. Het uitzaaien in winter en voorjaar moet daarom steeds op een warme rij of in een stookkas plaats vinden. Vooral de op de volle grond staande a. schiet in voorzomer en zomer gemakkelijk door, omdat het koude, uitdrogende voorjaarsweer en de lange dagen in de zomer dit mede bevorderen.

In het najaar, als de dagen kort, vochtig en warm zijn, is geen gevaar voor doorschieten aanwezig. Overigens vraagt a. steeds een voldoende vocht-

houdende grond, terwijl het gewas ook zeer dankbaar is voor het loshouden van de bovengrond.

Bekende rassen, die gebruikt worden, zijn:

(1) No 5; vooral voor voorjaars-en zomerteelt.

(2) Breedblad Volhart, welke meer onder ongunstige omstandigheden wordt gebruikt.