Zoals antistoffen worden gevormd door het lichaam als het besmet wordt met bacteriën (z. Immuniteit), worden ook antistoffen gevormd, als voor het lichaam vreemde eiwitten in de bloedbaan worden gebracht.
Ditzelfde ziet men ook bij sommige vergiften. Als dan na enige dagen opnieuw met dezelfde stof wordt ingespoten, blijkt dat de dieren plotseling heftig benauwd worden en dikwijls sterven. Merkwaardig is dat de heftigheid van deze verschijnselen, die men a. noemt, niet zo zeer afhangen van de soort stof, die men inspuit, maar veel meer van de diersoort waarbij men inspuit. Dit verschijnsel is zeer belangrijk bij herhaalde serumbehandeling tegen besmettelijke ziekten, vooral bij de mens, die zeer gevoelig is voor dit verschijnsel, maar verder ook bij sommige huisdieren. De verklaring voor a. is niet met zekerheid te geven, maar waarschijnlijk speelt de zeer snelle afbraak van de ingespoten eiwitten door de gevormde antilichamen een rol. Daarbij kunnen nl. zeer giftige albraakproducten ontstaan, die hartverlamming en kramp van de fijnere vertakkingen van de luchtpijp ten gevolge hebben, waardoor een plotselinge dood kan optreden.