Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Afleesfouten

betekenis & definitie

Meten is benaderen. Dit benaderen is slechts met betrekkelijke nauwkeurigheid mogelijk, omdat het te meten object nooit een absoluut gegeven is en omdat de waarnemingsmiddelen onvolmaakt zijn.

Men noemt de afwijkingen van de hypothetisch juiste waarde: fouten. Voor zover deze voor rekening komen van de nauwgezetheid van de waarnemer, van de begrensde nauwkeurigheid van het oog als waarnemingsinstrument, van de onvolmaaktheid van de meetinstrumenten, van de niet in rekening te brengen omstandigheden, zoals temperatuurswisselingen, verandering van lichtsterkte, trillingen, enz., noemt men deze: afleesfouten.

Voor een deel zijn deze fouten door systematisch meten te elimineren. B.v. bij het waterpassen door het instrument midden tussen de baken op te stellen. Bij het meten van een hoek wordt de excentriciteit van de alhidade opgeheven door twee afleesinrichtingen, diametraal t.o.v. elkaar aan te brengen.

Een andere categorie van fouten heeft een meer toevallig karakter. De waarnemingsuitkomsten vertonen een zekere spreiding. Men neemt aan dat de gemiddelde waarde de beste benadering van de gezochte waarde is.

< >