ontwikkelen zich uit adventieve- of toevallige knoppen, die ontstaan door gunstige voedingsvoorwaarden van het weefsel. Deze vormen zich b.v. op het stamgedeelte indien het physiol. evenwicht, dat aanwezig is tussen tak- en wortelgestel, verstoord wordt.
Aangezien ze althans in de aanvang los verbonden zijn met de tak, waarop ze ontstaan, worden ze meestal bij de snoei verwijderd, tenzij men ze om de een of andere reden juist wil behouden (b.v. ter vervanging van andere takken). Men kan ze kunstmatig tevoorschijn roepen (z. Adventieve knop). Op de wortels kunnen zij eveneens ontstaan na sterke snoei, als ze gewond worden of wanneer deze aan het licht worden blootgesteld. Men ziet het ook vaak als de bovenaardse groei op de een of andere wijze belemmerd wordt. Bij verschillende Prunoideae en frambozen is dit een normaal verschijnsel.