Slofwisselingsverschijnsel, dat zich kenmerkt, doordat z.g. ketonlichamen (aceton, acetylazijnzuur, β-oxy-boterzuur) in de urine worden aangetroffen. Dit staat meestal in verband met ziektetoestanden, waarbij ook in het bloed acetonlichamen worden aangetroffen (acctonaemie).
Men spreekt ook wel van ketonurie en ketonaemie. Soms wordt bij gezonde koeien, die een grote dosis kuilgras gehad hebben enige uren na de voedering lichte a. waargenomen, die geen pathologische betekenis heeft (alimentaire a.). Ook na hongeren kan a. optreden. Bij de mens is a. een symptoom van suikerziekte. Bij koeien kennen wc een ziektetoestand, welke veelal in het laatste deel van de staltijd, enige weken na het afkalven optreedt en die zich kenmerkt door ernstige a. Deze ziekte wordt ook acetonaemie, ketosis of slepende melkziekte genoemd.