Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Aardnoot, afrikaanse-

betekenis & definitie

Voandzeia subterranea THOUARS., Bambara nut, fam. Leguminosae.

Half opgericht, uit trop. Afr. afkomstig, thans over alle tropen verbreid, kruid. Het wordt alleen in zijn vaderland soms nog op tamelijk grote schaal aangeplant. De a. heeft met de gewone aardnoot gemeen, dat de vruchten onder de grond rijpen, met dit verschil dat bij de Arachis de uitgroeiende bloembodem het vruchtbeginsel in de grond duwt, terwijl bij de Voandzeia de gehele bloem in de grond dringt, waar ze gesloten afbloeit en vrucht zet. Peulen rond en meestal eenzadig, zaden ter grootte van een knikker. Groeiduur 4-5 maanden, opbrengsten 5-10 q/ha.

Zaden worden gekookt of geroosterd geconsumeerd. Als voedingsmiddel alleen van locale betekenis en geen waarde voor de vetproductie, daar het oliegehalte te laag is (4—7%), wel echter alseiwitbron (20%). Het loof wordt beschouwd als een uitstekend veevoeder.

< >