Dit zijn op coöp. grondslag werkende verenigingen voor de aankoop van landbouwbedrijfsbenodigdheden en landbouwproducten, als: veevoeder, meststoffen, zaaizaad en pootgoed, landbouwwerktuigen enz. Beperkten deze verenigingen zich aanvankelijk tot de aankoop, in later tijd (±1935) zijn vele ook tot de afzet van de door hun leden geteelde producten als: granen, zaaizaad en pootgoed enz. overgegaan.
Deze ontwikkeling was een gevolg van het toenemend gebruik van samengesteld veevoeder, waardoor sommige boeren een overschot hadden aan enkelvoudige producten als granen.De eerste a. dateert van 1877. De meeste zijn ontstaan na de landbouwcrisis van 1880. In 1949 waren er ca 1100 van deze ver. met ca 140 000 leden. Ca 55% van het veevoeder en de kunstmest wordt door deze a. aangekocht.
Ongeveer 85% der ver. met in totaal ca 90% der bij een a. aangesloten leden waren in 1948 aangesloten bij een topcoöperatie.
Deze topcoöperaties zijn: het Centraal Bureau, de Handelsvereniging van de N.C.B., Landbouwbelang, de Handelsraad van de A.B.T.B., het In- en Verkoopkantoor van de L.T.B. en de C.I.V.
De a. kunnen worden onderscheiden in bestelverenigingen en verenigingen met geregeld bedrijf.
In België is de grootste a. de Aan- en Verkoopvennootschap van de 'Belgische Boerenbond; langs deze A.V.V. kopen en verkopen eveneens de leden van de Alliance Agricole Beige. Vele landbouwers uit het land van Aalst doen hun bestellingen bij de a. ‘Redt u zelven’. Te Brugge bestaat een a. voor de leden van de Eigenaars- en Landbouwersbond.