Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

zoollikker (zolenlikker)

betekenis & definitie

Strooplikker, stroopsmeerder, vleier; (onconvent.) gatlikker, kontlikker.

Baas van de ondergeschikten, zoollikker van de bazen, WILLEMS 1970, 14.

Afl.: zoollikkerij, zolenlikkerij, vleierij, strooplikkerij; (onconvent.) gatlikkerij, kontlikkerij (Galileo bedankte voor het kruiperig gedoe en de zolenlikkerij, waaraan de onderhoorigen van di Giacomo zich overgaven, VANDEN MAELDERE 1946, 37).

< >