1. (Iets) schoonmaken, zuiveren, reinigen, poetsen enz.
Stofvrij schouwvegen: uitkuisen chauffageketels, mazout-, gas- en kolenkachels, Westkust 26/8/1976, p. 9.
2. (Zijn bord) leegeten; soms bep.: leegdrinken.
3. (Een localiteit) met geweld ontruimen; - vand. ook: een standje geven, een uitbrander geven.