(Leren) beenkap; slobkous.
- Zie ook BO, C., J. en T.B.
Die glimmend nieuwe getten, die regenjas en die hoed wekten overal ergernis en spotlust bij de mannen, STREUVELS 1964, 60.
Zijn goesting was zondag en werkendag getten en leren jas aandoen en niet dikwijls een proper hemd, WALSCHAP 1976, 144.