Bedelzak, knapzak, (dubbele) reistas.
Ze waren voorzien van... een kous om er het geld in te bergen, en een bezaatse om er het eten in te steken, TIMMERMANS z.j.b, 8.
Tilie had al zijn bezaatse gereed om ’s anderendaags vroeg te vertrekken, DEMEDTS 1976, 117.