Dogen Kigen was de stichter van de Japanse soto-zen en één van de allergrootste boeddhistische denkers aller tijden. Na de dood van zijn ouders trad hij op heel jonge leeftijd in een boeddhistisch klooster in. In die tijd was ‘het oorspronkelijk ontwaken’ erg in zwang. Maar voor Dogen leidde dit onvermijdelijk tot de vraag waarom er zo’n grote inspanningen nodig waren om tot ontwaken te komen als iedereen van nature al ontwaakt was.
Omdat hij in eigen land geen antwoord vond, trok hij als twintiger naar China. Hij ontmoette hij Tendo Nyojo, een soto-leraar, die hem inleidde in zazen als shikantaza (enkel zitten) en shinjin datsuraku (lichaam en geest laten vallen). In deze praktijk en deze pedagogie vond Dogen het antwoord op zijn vragen en Nyojo erkende zijn ontwaken. Terug in Japan zette Dogen zich voor de rest van zijn leven volledig in om het onderricht van Nyojo te verspreiden. Dit onderricht was gekristalliseerd in shusho: de beoefening als ontwaken, de praktijk gebaseerd op verlichting. Hij schreef onder andere de alom bewonderde Shobogenzo en de Fukanzazengi, die nog altijd tot de hoogtepunten van de religieuze wereldliteratuur behoren.