fout tegen het taaleigen; een woord, uitdrukking of zinswending die in strijd met het Nederlandse taaleigen naar een uitheems model is gevormd. Soorten barbarismen zijn: gallicismen, germanismen, anglicismen, latinismen, grecismen, hebraïsmen.
Voorbeelden: hij viel ziek (il tomba malade); afschieten (in de betekenis van neerschieten = abschiessen).