De zogenaamde „aardappelziekte” komt het meest voor. De verwekker, een zwam, verwoest door verrotting bladeren en knollen.
De ziekte wordt door vochtig-warm weer in de hand gewerkt. Voorts zijn degeneratie ziekten van belang. Deze worden door een virus veroorzaakt, b.v. de bladrolziekte, de streep-en mozaïekziekte. Men noemt deze ziekten ook wel systeemziekten. De overdragers of vectoren van deze ziekten zijn bijna uitsluitend de groene perzikbladluizen. Bestrijding vindt plaats door verwijdering van alle zieke planten inclusief de knollen en bovendien door het uitroeien van perzikbomen in de nabijheid van aardappelakkers. De zogenaamde „aardappelmoeheid” van de grond wordt door uiterst kleine wormpjes, aaltjes, veroorzaakt.