z.n.v. - Het middel- of buikstuk van elk spant, dat in de kiel en binnenkiel rechthoekig sluit. Halve vrang van het groot spant.
De voet, kiel, onderkant van een scherpe vrang. Vlakke, platte, scherpe vrangen. Half scherpe vrangen, ingetrokken vrangen. Vrangen van het vlak, middelvrangen. Vrangen van een kattespoor. Halve vrangen der kattesporen. Gemaakte halve ofheele vrangen. Gelaschte halve ofheele vrangen (die uit twee stukken is saêmgesteld).