z.n.m. (veroud.) - Lager officier op een schip. Mesonauta, minister abjectus in navi wordt hy by Kiliaan genoemd.
De wachter van 't kajuit, de Putjer, de Provoost,
zegt Vondel, Lof der Zeevaart. - En in zijn Harpoen:
Had hy niet reê geweest voor putjer en koksjongen.
Waarschijnlijk is ’t woord van Puts afgeleid en beteekent den man, die 't schip schoon maakt.