b.w.
1. Wijze van lossen op koren- en steenkolenschepen.
2. Voor: “de klok luiden”, ’t geen men by mistig weer doet; ter waarschuwing om aanzeiling te voorkomen: - alsmede om het volk tot schaften te roepen. Spreekwijze: De klok luien; maar niet schoften, iets belooven, maar niet volbrengen.