of Grietjen van Dijk, z.n.o. - het Bovenkruiszeil. Volgens de overlevering werd op zeker schip “den Eik,” een der scheepsjongens, die met het los- en vastmaken van het bovenkruiszeil belast was, veroordeeld om met de knuttels te worden gestraft: dan toen men hieraan zoû beginnen, ontdekte men, dat de bovenkruisraasgast een meisjen was, Grietjen van Dijk genoemd.
Haar naam werd sedert aan dat zeil gegeven. Oude zeelieden herinneren zich nog fragmenten uit een zeeliedtjen, dat door Janmaat op lamentabelen toon werd opgedreund:Op 't schip den Eik, bequaeme
Margriet was haar naeme
Sla my met dagjens op den huid
Maar trek mijn kleeren toch niet uit,
’k Ben, vrouwspersoon wil weten,
Margriet ben ik geheeten.