Definities van Zeemans woordenboek in de Ensie S
- Serving
- Sim
- Simplankjen
- Sisser
- Sjampan
- Sjappen
- Sjorren
- Sjorring
- Sjort
- Sjortouw
- Sjouw
- Sjouwen
- Sjouwer, sjouwerman
- Skoridor
- Slaags
- Slaak
- Slaan
- Slabber
- Slabbing
- Slag
- Slagbed
- Slagboog
- Slagvaardig
- Slagverband
- Slagwater
- Slagwind
- Slagzij
- Slaken
- Slang
- Slap
- Slapers
- Slapping
- Slavenhaler
- Slecht
- Slechten
- Slechtjen
- Slede
- Sleepboot
- Sleepen
- Sleeper
- Sleephelling
- Sleeptouw
- Sleeptros
- Sleetsch
- Slemphout
- Sleng
- Sleuf
- Sleutel van het tuig
- Sleutelstuk
- Slib
- Slieren
- Sliersteek
- Slijtaadje
- Slimmering
- Slingeren
- Slingerpardoen
- Slingerslag
- Slippen
- Slipper
- Slipsteek
- Sloep
- Sloeproeier
- Sloeren
- Slof
- Slofstukken
- Slooien
- Slooiknieën
- Sloopen
- Sloot
- Slotgang
- Slotgat
- Slothout
- Sluiken
- Sluiker
- Sluikery
- Sluiper
- Sluiphaven
- Sluis
- Sluitbout
- Sluiten
- Sluithout
- Sluitplank
- Sluitstuk
- Sluittuig
- Slurp
- Slurpen
- Smak
- Smakken
- Smakker
- Smakschip
- Smakzeil
- Smal
- Smaldeel
- Smaldeelen
- Smaldoek
- Smarten
- Smarting
- Smeeren
- Smeergording
- Smeerhouten