Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Gepubliceerd op 11-07-2022

Bohei of boha

betekenis & definitie

z.n.o. - Geschreeuw. Bohei maken (geweld maken).

Geen bohei aan boord! (geen rumoer, geen geschreeuw!) Dit woord is oorspronkelijk maleisch. Wanneer men, met de sloep over den modderbank voor Batavia varende, vastraakt, moeten de roeiers er uit om te sleepen: ’t welk uithoofde der menigvuldige kaaimans, die zich aldaar bevinden, niet weinig gevaarlijk is. Wanneer nu de Javanen, die op den modderbank visschen, een sloep zien vastzitten, roepen zy aan de Ekipaadje toe: bohaya; ’t welk in ’t maleisch “Kaaiman” beteekent, ten einde men hun de sloep doe sleepen en zy er wat aan verdienen. Uit dat herhaald en luid geschreeuw der Javanen is ontstaan, dat de matrozen een schreeuwer, rumoermaker een boheimaker noemen.

< >