b.n.
1. Afgetuigd. Zie aftakelen.
2. Gehavend. (Dat schip ziet er deerlijk afgetakeld uit).
Spreekwijze: Hy is zeer afgetakeld (hy is mager geworden).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: