XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Sint Vincentiuskerk

betekenis & definitie

Sint Vincentiuskerk - Bouwpastoor J.F. Graaf kreeg in 1899 opdracht een kerk te bouwen; een terrein hiervoor werd aangekocht van de Maatschappij Overtoom. De architect van deze nieuw te bouwen kerk in A.-West was C.W.P. Dessing, een leerling van P.J.H. Cuypers*.

De aannemer en bouwer was H.R. Hendriks, onder wiens toezicht op 2 aug. 1900 de eerste steen werd gelegd door deken A.G. Schweitzer. De inwijding vond plaats op 7 okt. 1901 door mgr C.J.M. Bottemanne, bisschop van Haarlem. De kerk werd gewijd aan de H. Vincentius a Paulo (1581-1660). Deze heilige viel tijdens zijn leven op een zeereis in handen van rovers en leefde enige tijd te Tunis in slavernij. Na zijn terugkeer in Frankrijk besteedde hij veel zorg aan de galeislaven en stichtte het tehuis voor vondelingen "Maison des enfants trouvés". Hij was bevriend met kardinaal Richelieu en met Lodewijk XIII, die hem "Père des pauvres" noemde.

Naar hem werden de nog bestaande Vincentiusverenigingen (zie: Sint Vincentiuswerk) genoemd. De kerk aan de Jacob van Lennepkade droeg de hoogste r.-k. kerktoren van A. (66,50 m), was 49,50 m lang en 26 m breed en had 1.200 zitplaatsen, die in de beginjaren bijna steeds bezet waren. De Vincentius was een driebeukige basiliek, overdekt door een houten tongewelf in het schip en kruisribgewelven in de zijbeuken. De kerk stond bekend om haar glas-in-loodramen en haar kruiswegstaties, geschilderd door Pieter Geraerts in 1939. De oorlogsjaren kwam de Vincentius goed door, maar in 1942 werd de grote klok, "Wilhelmus" genaamd, geroofd door de Duitsers. Op 10 mrt. 1947 hing er een nieuwe: de 1.170 kg zware "Wilhelmus", waarvan de inscriptie luidt: "Me dono dedit parochia 1946", d.w.z. "De parochie gaf mij in 1946 als cadeau". Er was nog een tweede klok "Jacoba", die niet werd geroofd. Om de klanken op de nieuwe "Wilhelmus" te kunnen afstemmen kreeg pastoor H. Nieuwenhuizen ter gelegenheid van zijn twaalfeneenhalfjarig pastoraat een nieuwe, 35,7 kg wegende klok cadeau. In deze klok staat gegrift: "Ik heet Henricus, gelijk pastoor, doch mijn stem klinkt verder door".

In 1965 werd het altaar met het grote platform van de in 1964 voor de mis gesloten Willibrorduskerk* naar de Vincentius overgebracht. Ondanks dat daalde het aantal kerkgangers drastisch. In plaats van 1.855 in 1966 kwamen er in 1976 gemiddeld per zondagsdienst 316 gelovigen. In 1976 werd geadviseerd de Vincentius en de Liefde* aan liturgisch gebruik te onttrekken en te zoeken naar kleinere kerkruimten. Dit advies viel samen met het 75-jarig bestaan van de Vincentiusparochie, een viering die het thema meekreeg: "De Vincentius gaat door". Dit doorgaan heeft tot 1989 geduurd. De kerk werd in april van dat jaar afgebroken en op haar plaats kwamen woningen en een nieuwe kapel. Verscheen er tijdens het 80-jarig bestaan van de Vincentius een gedenkboek, getiteld "Verhaal van een kerk"; in 1989 schreef Ada Lases het boekje "Vincentius 1901-1989. Herinneringen" met een voorwoord van pastoor Leo Nederstigt. Het boekje vermeldt o.a. dat er in de loop van de jaren 15.450 mensen in de Vincentius werden gedoopt en dat er 3.750 echtparen trouwden.

LIT. D.M., Vincentiuskerk verdwijnt, O.A. 1989, 9.

< >