XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Aansprekersoproer of Biddersoproer

betekenis & definitie

Aansprekersoproer of Biddersoproer - In 1696, toen A. dringend geld nodig had, besloot het stadsbestuur tot een keur op het begraven, waarbij de heel rijke begrafenissen, 's avonds bij toortslicht, extra zwaar belast werden. Het "aanspreken" bij overlijden moest voortaan geschieden door personen die door de burgemeester werden aangesteld. De aansprekers voelden zich hierdoor in hun beroep bedreigd en wisten het volk in beweging te brengen. Er ontstonden op 30 jan. 1696 (de volgende dag zou de nieuwe keur in werking treden) relletjes; de nieuw aangestelde aansprekers werden gemolesteerd en op het Koningsplein vielen doden. Het huis van burgemeester Jacob Boreel*, in de bocht van de Herengracht (nr. 507), werd geplunderd, evenals het huis van de gehate kapitein der schutterij, Spaaroog, op de Reguliersgracht.

Ook de volgende dag ging het plunderen hier en daar door, maar nu trad de schutterij krachtig op. Toch kon niet verhinderd worden dat het huis van De Pinto*, Sint Antoniesbreestraat 69, ook nog werd geplunderd. Er werden vele arrestanten gemaakt, van wie er later zeven werden opgehangen. De benadeelde burgemeester Boreel diende een uitvoerige eis tot schadeloosstelling in.

LIT. J. Vriese, Het aansprekersoproer, O.A. 1968, 43; dr J.M. Fuchs, Amsterdam een lastige stad, 1970; J.H. Kruizinga, 700 jaar lastig Amsterdam, A.O.-reeks no. 1565, 23 mei 1975; Marius van Melle, Kraaien maken amok, O.A. 1996, 19.