(Vlos, vlok, Lat. floccus, Fr. floche). Zijde in vlokken, niet gehaspeld, afval van de zijdewinning.
De buitenste verwarde zijde van de cocon van de zijderups kan niet worden afgewikkeld en wordt daarom verwijderd door de cocon in water te laten drijven en met fijne borstels er tegen te slaan. De verwarde zijde laat dan los en tevens wordt het begin van den draad uitgetrokken. Doorgebeten cocons, welke men heeft laten uitkomen, kunnen niet worden afgehaspeld, evenmin als cocons met twee poppen, en geven dus ook vlokken. Deze verwarde zijde wordt met pluksel van oude zijden stoffen vermengd en heet vloszijde. Ze wordt met de kaardmachine (een trommel met haakjes) uitgeplozen en tot een vlies (den vezelband) uitgespreid (zie bij kaardgaren). Uit dien vezelband spint men den draad. Men gebruikt vloszijde voor borduurzijde en ook om er zijden zakdoeken van te maken.
