Gepubliceerd op 18-08-2020

Pinksteren

betekenis & definitie

Oorspronkelijk een Israëlitisch feest, dat vijftig dagen na het Paaschfeest werd gevierd en in het Oude Testament als het feest der zeven weken wordt aangeduid; eerst als dankfeest voor ,,de eerstelingen van den oogst”, later een feest ter herdenking van de wetgeving op den berg Sinai. De Christenen vieren op dien dag de herinnering aan de uitstorting van den Heiligen Geest op de volgelingen van Jezus.

Pinksteren wordt soms gevierd met oude volksgebruiken; vroeger deed men dat meer dan tegenwoordig. In het Oosten van het land werd het mooiste meisje van het dorp met bloemen versierd (Pinksterbruid). Op Texel was de Pinksterkriek een feest der naaimeisjes, die een rijtoer over het eiland maakten. In Amsterdam was het Pinksterbloemloopen een bedelpartij van kinderen. In Gelderland was de Pinksterman een strooien pop, die gezet werd op het erf van een meisje, dat vaak van vrijer veranderde. In Loenen heette de Pinksterman ,,De Dorhoed”; hieraan heeft de herberg ,,De Dolle Hoed” haar naam ontleend. Verder sprak men van Pinksterbier, Pinkstergasten, Pinksterkronen, Pinksterrijmen en Pinksterpret.