Lichamelijke kastijding als straf; deze is in 1870 bij de Wet in ons land afgeschaft. Vóór dien tijd bestonden de volgende lijfstraffen: geeselen, brandmerken al of niet met den strop om den hals, zwaaien met een zwaard boven het hoofd, te pronk staan op het schavot.
In 1855 waren van die straffen slechts de geeseling en de te pronkstelling over en deze verdwenen in 1870 eveneens uit ons strafwetboek. Krom sluiten in de boeien bij militairen werd in 1900 afgeschaft.Slechts in de strafgevangenis te Leeuwarden is er nog een wettige lijfstraf als tuchtmaatregel tegenover de gevangenen, bij voortdurende verstoring van de orde en bij aanslagen tegen personen. Deze lijfstraf bestaat in ten hoogste vijftig slagen met bullepees of rottan op het achterdeel. Tot oplegging van die straf kan alleen de vergadering van regenten besluiten. Bij de tenuitvoerlegging moeten ten minste drie regenten en een arts tegenwoordig zijn. In de praktijk wordt deze geeseling bijna nimmer toegepast.
Nagenoeg alle landen in West-Europa hebben de lijfstraffen afgeschaft. Alleen in Engeland bestaan ze nog, zoowel voor kinderen als voor volwassenen. Jongens onder de 16 jaar krijgen slaag met de berkenroede voor kattekwaad en volwassenen ontvangen slagen met de kat met negen staarten (een kort handvat met negen riemen). Tot 1888 was de lijfstraf daar een bijkomende straf voor alle misdrijven.
