Gepubliceerd op 18-08-2020

Kardinaal

betekenis & definitie

Lid van den raad van den Paus. Afleiding van het Lat: cardo : deurscharnier, het vaste punt, waarom de deur draait.

De pausen schonken aan de kardinalen den titel van eminentie. Zij kregen het recht een rooden hoed en een vorstelijken mantel te dragen en van een witten draagstoel met rooden hemel gebruik te maken. Thans dragen zij een korten purperen mantel en een paarse muts. Hun aantal is op 70 gesteld, maar veelal zijn er kardinaalszetels onbezet. Zij hebben verschillenden rang: kardinaal-bisschop, kardinaal-priester en kardinaal-diaken. De paus benoemt en bevordert hen.