Gepubliceerd op 18-08-2020

Jicht (geneeskunde)

betekenis & definitie

Ziekte van het gestel, waarvan het wezen niet goed bekend is; het is een stofwisselingsziekte, gekenmerkt door sterke afscheiding van piszure zouten, welke zich in de weefsels kunnen ophoopen en de urine troebel maken.

Jicht komt voor bij menschen, die veel eten, weinig beweging nemen, een weelderig leven leiden, veel wijn drinken, vooral bij mannen. Vroeger kwam jicht veelvuldiger voor dan tegenwoordig: misschien leeft men tegenwoordig matiger. Zeker is het, dat feestmaaltijden met veertig gangen van uitgezóchte lekkernijen eertijds geen zeldzaamheid waren en dat de sport toen minder dan thans beoefend werd. Vele bekende persoonlijkheden leden aan jicht: Karel V, Wallenstein, Rubens, Erasmus, Frederik de Groote, Bismarck. De ziekte begint met een onverwachten aanval van pijn: in 75 % der gevallen in het grondgewricht van den grooten teen. Dat gewricht is dan rood en gezwollen, de voet is zuchtig, de urine troebel, de lijder heeft koorts, hij heeft ,.podagra”, ,,het pootje”.

Na eenige dagen of weken verdwijnt de pijn en de patiënt is weer gezond. Maar de aanvallen herhalen zich en tenslotte ontstaan er blijvende veranderingen in de gewrichten door afzetting van piszure zouten in slijmbeurzen, peesscheeden, in het kraakbeen van het oor en in de vingergewrichten (jichtknobbels). De nieren kunnen gaan schrompelen en er kunnen zich blaas- en niersteenen gaan vormen. Zoo ontstaat uit de aanvankelijk wel pijnlijke, maar toch ongevaarlijke ziekte een slepend doodelijk lijden. De jichtlijder is humeurig, hij slaapt slecht, hij heeft geen eetlust en hij heeft een stok noodig om te loopen. Hij krijgt licht vaatverkalking.

Men heeft zich wel voorgesteld, dat door de overmaat van piszure zouten in het bloed de kristallen van het zout zich zouden afzetten in de weefsels als uit een onververzadigde oplossing. Deze voorstelling is al te eenvoudig. De erfelijkheid schijnt bij het ontstaan der ziekte van veel beteekenis te zijn, evenals dat bij andere stofwisselingsziekten het geval is. De oorzaak is wel in de slechte werking van de schildklier gezocht, evenals bij asthma en hooikoorts.

Voor de behandeling is regeling der levenswijze hoofdzaak. Sport en beweging zijn nuttig. Vleeschspijzen, welke veel celkernen bevatten, zooals zwezerik, nier, lever en gebraad zijn verboden, want het urinezuur vormt zich juist uit die celkernen. Gekookt vleesch is geoorloofd, wijn, alkoholica en suiker zijn verboden. Middelen, welke het urinezuur uit de weefsels zouden oplossen, worden veel gebruikt, doch het is twijfelachtig, of ze eenig nut doen. Van ouds wordt herfsttijloos als geneesmiddel gebruikt.

Deze bevat een stof, welke urinezuur oplost. Die stof komt in alle jichtmiddelen voor. Vele van die middelen worden geheim gehouden en te duur verkocht. Ook vruchtensappen, (citroen) en alkalische wateren gelden als oplosmiddelen voor urinezuur.

Ook bij pluimvee komt jicht voor. Overjarige hennen, die opgesloten zitten, krijgen vaak jichtknobbels aan de pooten. Deze knobbels zijn soms zoo groot als een hazelnoot en bevatten een grijsgele kruimelige massa van urinezuur.

In Indië is jicht een zeldzaamheid.