Gepubliceerd op 18-08-2020

Gele koorts

betekenis & definitie

Een besmettelijke ziekte der warme landen, waarvan de smetstof wordt overgebracht door een muggensoort, welke niet in een koel klimaat kan leven. De ziekte heerschte tot voor korten tijd in Middenen Zuid-Amerika, vooral in Brazilië, Cuba en Mexico.

Negers zijn minder vatbaar dan blanken, vooral als deze pas in de tropen zijn. In Suriname is gele koorts een zeldzaamheid. In Nederl.-Indië komt de ziekte niet voor, hoewel daar evengoed muggen voorkomen, welke de gele koorts kunnen overbrengen; Indië ligt dus voor de ziekte open. Indien een lijder aan gele koorts naar Indië zou gebracht worden, zouden de muggen geheel Indië kunnen besmetten. Hetzelfde ziet men trouwens in streken, waar moeraskoorts niet voorkomt, hoewel daar wel koortsmuggen leven. Er zijn gevallen van gele koorts in Fransche en Engelsche havens voorgekomen, maar de ziekte breidde zich daar niet uit, omdat daar geen muggen zijn, die de smetstof kunnen overbrengen.

De smetstof, door de mug bij haar beet opgenomen, wordt in het bloed van gezonden overgebracht bij een volgenden steek, waarna zij zich snel door het lichaam verspreidt. Reeds na drie dagen openbaart zich de ziekte door spierpijn, koorts, roode oogen, gezwollen lever, geelzuchten nierontsteking. Dikwijls volgt de dood. Degenen, die herstellen, zijn onvatbaar voor de ziekte geworden. Twaalf uur na het uitbreken der ziekte kan een stekende mug reeds anderen besmetten.In 1918 meende men den verwekker in het bloed te hebben gevonden. Het was een kleine spiril, een kurketrekkerachtige lage diervorm, (protozo), welke veel geleek op den verwekker van de rattebeetziekte. De gele koorts zou dus op één lijn staan met moeraskoorts, met syphilis, met framboesia, alle ziekten door oerdiertjes (protozoën) verwekt. Bij latere onderzoekingen miste men evenwel dezen spiril, zoodat toen weer geen zekerheid bestond. Men houdt thans een zgn. onzichtbare smetstof, een bacterie, welke door alle filters heengaat, voor den verwekker, die evenals de bacillen van mond- en klauwzeer, van pokken, hondeziekte, hondsdolheid te klein is, om waargenomen te kunnen worden. In 1927 ontdekte men in de Indische apen bruikbare proefdieren; daarna ook in witte muizen.

Van toen af nam de kennis der ziekte belangrijk toe. Muizen kunnen, door ze met smetstof in de hersenen te enten, ziek worden. Vermengt men echter het gif met bloedwei van een persoon, die van de ziekte hersteld is, dan blijft de muis gezond. In deze muizenproef heeft men een middel om na te gaan, of onder een bevolking vroeger gele koorts heeft geheerscht. Daarbij is gebleken, dat gele koorts licht, haast ongemerkt kan verloopen en toch onvatbaarheid tengevolge heeft. Daarin ligt de verklaring, waarom negers gewoonlijk onvatbaar zijn : ze hebben de ziekte in lichten graad ongemerkt doorstaan.

Laboratoriumbesmetting van onderzoekers is dikwijls voorgekomen. De besmetting had plaats door aanraking van de besmette proefdieren.

Jarenlang heeft de gele koorts de ontwikkeling van vele Zuid-Amerikaansche havens tegengehouden. Het graven van het kanaal van Panama mislukte aanvankelijk tengevolge van gele koorts en moeraskoorts. De Amerikanen hebben deze ervaring zich ten nutte gemaakt, door te beginnen met de de omstreken van muggen te zuiveren. Voor de gele-koortsmug ging dat gemakkelijk, omdat deze mug niet ver van haar broedplaats vliegt en het dus voldoende was de nabijliggende moerassen van larven te zuiveren. Kleine plassen werden gedempt en de groote met visch bezet. Thans is de koorts na een bestrijding van twintig jaar uit geheel Amerika verdwenen, behalve een kleine plaats in Pernambuco.

Op de Westkust van Afrika tiert ze nog welig. De mug is te herkennen aan „den zilveren lier” op het borststuk „met gouden snaren bespannen.”