Timmervak: Bij wenteltrappen, de inzinking van de traptrede in de ronde spil. Metselvak: De overtollige voegspecie, die bij het voegen onder den voegspijker uitpuilt en met de punt van den voegspijker wordt weggenomen (de braam).
Smidsvak: Het blad van een sleutel, voorzien van kepen en kruisen.Gieterij : De oneffenheden bij de gietnaden (braam).
Waterbouwkunde: De pluimeinden van het wilgenrijs (bleezen). Baardwerk: werk van rijshout.
Van een vogelveer: De vlag van een veer wordt gevormd door de baarden ter weerszij van de schacht.