Wat is de betekenis van Rijshout?

2024-04-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Rijshout

noemt men in de houtmeetk. al het bovengrondse stam- en takhout van een boom, dat over de schors gemeten een diameter heeft van < 7 cm ter onderscheiding van het dikhout. Het r. wordt voor de verkoop in bossen opgewerkt, waarvan de eisen en maten voor Ned. in de normaalbladen N 747 en N 748 zijn vastgelegd.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rijshout

o., takken en twijgen van wilgen of andere taaie rechtscheutige houtsoorten.

2024-04-26
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Rijshout

verzamelnaam voor hout, dat gebruikt wordt voor rijswerken. Hiervoor wordt op lage gronden vnl. wilgen- en elzenhout gekweekt (gehakt om de 3 è. 4 jaar); op hoge gronden vnl. dennen- en eikenhout (gehakt om de 7 à 8 jaar).

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rijshout

o.; takken en twijgen van bomen, afgebroken, gehouwen enz. en dienende voor verschillende doeleinden; inz. takken, twijgen van wilgen en andere taaie houtsoorten (op vaste maten afgehakt en samengebonden) bij waterstaatswerken; naam van wilgensoorten: bindwilg.

2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Rijshout

Takken en twijgen van bepaalde lengte, vooral van taaie houtsoorten, die naar de plaats van herkomst (Brabantsch, Gaasterlandsch, Geldersch, Hollandsch en Limburgsch) verschillen. Behalve voor hoepels wordt het r. voor ➝ rijswerken gebruikt. Naar de plaats, waar wilgenhakhout gekweekt wordt, de grienden, wordt dit r. ook griendhout genoemd (➝ Grien...

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rijshout

o. takken en twijgen van rechtscheutig hout een schuur met wanden ram gevlochten - en leem ; voor bezems, voor waterstaatswerken.

2024-04-26
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Rijshout

Rijshout - een combinatie van jonge boomen en takken (struiken en rijs), in bossen gebonden en in gebruik voor verschillende waterbouwkundige werken, inzonderheid voor rijswerken en zinkstukken, dienende meestal tot verdediging tegen wegstrooming van grond. Men onderscheidt het rijshout naar zijn herkomst, die ook de soort bepaalt, in vier hoofdgro...

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Rijshout

o. (ook: griend), dun hout, afkomstig van hakhout, knot-en en griend, alsmede dunne zijtakken en toppen van bomen. Rijshout wordt meestal niet uitgesnoeid, zodat de dunne twijgen aan de tak blijven zitten. Het betakte gedeelte heet blees, het daaronder gelegen deel boleind. Onder bleeslatten verstaat men takken of dunne stammen van wilge-, esse-of...

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)