Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 16-06-2024

weblog

betekenis & definitie

(1997) (< Eng.) (internet) persoonlijk dagboek op een website. Vaak afgekort tot blog. De schrijver heeft het over recente gebeurtenissen of onderwerpen die hem interesseren, meestal met foto's en links naar andere websites die hij of zij interessant vindt. Het laatst geplaatste artikel staat steeds bovenaan. Bezoekers van dit webjournaal kunnen reacties plaatsen. De Amerikaanse columnist Dave Winer wordt beschouwd als de uitvinder van het fenomeen. Het totaal aantal weblogs in de wereld werd in 2002 geschat op een half miljoen.

• Hoewel Williams zich voorlopig wil blijven richten op particulieren, gelooft hij heilig in ‘corporate blogging’, ‘weblogs’ voor het bedrijfsleven. (Elsevier, 23/03/2002)
• Niels 't Hooft (23) schrijft in vakbladen en tijdschriften over videogames, en hij houdt een lezenswaardige weblog bij op Controllerboy.com. (HP/ De Tijd, 31/10/2003)
• De VVD'er mag moeite hebben met het toetsenbord, Zalm is in Den Haag wel dé gangmaker als het op internet aankomt. In 2002, toen hij lijsttrekker was tijdens de laatste verkiezingscampagne voor de Tweede Kamer, begon Zalm met zijn internetdagboek, ofwel weblog. (Algemeen Dagblad, 07/01/2004)
• Is het alleen mijn indruk dat het imago van de Vlaamse toppoliticus Herman Van Rompuy geprofiteerd heeft van de haiku's die de christendemocraat sinds enkele jaren op zijn weblog plaatst? (Geert Buelens: Oneigenlijk gebruik. 2008)
• Dat huis brengt kwaliteitskranten voort en sponsored magazines, publieke en commerciële omroepprogramma's, general interest en special interest publieksbladen, vakbladen, glossy's, huisorganen, huis-aan-huisbladen, gratis ov-kranten, weblogs, internetpublicaties, media met of zonder winstoogmerk, met of zonder publieke financiering, met of zonder banden met niet-journalistieke organisaties, met of zonder statuten die de verhouding tussen redactie en uitgeverij of omroeporganisatie regelen, met of zonder beschermende cao's, schaalvoordelen, ‘Chinese muren’ tussen journalistiek en commercie, schnabbelreglement, zelfs met of zonder serieuze journalistieke oogmerken - om enkele variabelen te noemen. (H.J. Schoo: Een ongeregeld zootje. 2009)

< >