Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 18-08-2023

twijfelaar

betekenis & definitie

(1898) (oorspr. Amsterdam) bed dat het midden houdt tussen één en twee personen.

• (G.P. Smis: Wonde Plekken. Roman uit de Jordaan. 1943)
• tweifelaar, I. twijfelaar, twijfelend mens; 2. twijfelaar, ledikant tussen de maat van een- en tweepersoons. (A.P.M. Lafeber: Het dialect van Gouda. 1967)
• (G.J. Boekenoogen en K. Woudt: De Zaanse volkstaal. 1821-1971)
• (Frans Debrabandere: Kortrijks woordenboek. 1999)
• twaalifoartje, ledikant dat het midden houdt tussen een één- en twee persoons. Smis 1943. (Jan Berns m.m.v. Jolanda van den Braak: Taal in stad en land. Amsterdams. 2002)
• Ik lees dat sinds het erotische boek Vijftig Tinten Grijs een wereldhit is, de brandweer van Londen vaker moet uitrukken om allerhande Engelse geliefden uit hun boeien te bevrijden. Ik vind het schitterend komkommernieuws en heb diep medelijden met die brandweerlieden. Al die lelijke Engelsen die vastgebonden aan hun twijfelaar gekneveld om hulp roepen, al dat lillende witte Britse vlees dat een half uur eerder nog opgewonden was… en dat moet jij dan losknippen. (Youp van ’t Hek in NRC Handelsblad, 03/08/2013)