Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 07-10-2024

tom

betekenis & definitie

(1914) (< Hebr.) (joodse kringen) eenvoudig; geduldig. 'Een iesj tom': een brave sul.

• Tom (Hebr.) (tam): letterl. volmaakt, schuldeloos. In de Joodsche volkstaal meer in den zin van: eenvoudig, geduldig, goedig; hij is een iesj tom: hij is een goede sul, letterl. een braaf man. Hebr. tôm beduidt rechtschapenheid, enz. (Jac. Van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel II. De sociologische structuur onzer taal II. 1914)

< >