Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 13-09-2020

kakker

betekenis & definitie

(1980+) (inf.) (oorspr. jeugd maar thans meer alg.) (pej.) burgerlijk geklede jongere, die zich ook burgerlijk gedraagt en carrièregericht is; een verwaand type. Dergelijke types proberen zich te onderscheiden door het dragen van merkkleding. Ze hebben een voorliefde voor kleding en schoeisel van bepaalde merken, zoals Levi's 501, Naf-Naf e.d. Jongens hebben doorgaans kort opgeknipt haar, terwijl meisjes vaak een paardenstaart hebben. Het invectief 'kakker' duikt met regelmaat op in de columns van Youp van 't Hek.

• `Kakkers' vormen de tweede, en invloedrijkste groep. Zij onderscheiden zich uiterlijk van de rest doordat ze dure merkkleren dragen in de voor hen typerende terughoudende kleuren als donkerblauw, wit, lichtblauw, donkerrood en lichtgeel. Broekrokken, dikke wollen kniekou-sen in pastel of ruit, parelkettinkjes, shawls, pennyshoes en grijze flanel pantalons horen vaak tot de uitrusting. (de Volkskrant, 20/12/1986)
• In hun buurt zwierven altijd jongens. Kakkers van de honkbal- of hockeyclub met lange sjaals om hun nek gewikkeld. (Hermine de Graaf: Aanklacht tegen onbekend. 1987)
• Ik loop graag in mooie, dure kleren. En dat ze me dan een kakker noemen, daar zit ik niet zo mee. (Club, november 1987)
• Voor een publiek van hossende kakkers, Cure-meisjes, Slayer-fans en rockabilly-muizen maakte de groep een ongeorganiseerde indruk. (Oor, 27/02/1988)
• Is mijn generatie kakkers slechter dan die van mijn ouders? (Youp van 't Hek: Amah Hoela. 1994)
• En wat voor types vind je dan op het Rijnlands? Kakkers? (HP/ De Tijd, 21/07/1995)
• Op de eerste rij zaten twee echtparen, ik gok midden dertig. Het ene schatte ik in op ouwe kakkers en het andere op goede middenstand of nog erger: middenkader bij een hele degelijke verzekeringsmaatschappij. (Youp van ’t Hek: En het bleef nog lang onrustig in mijn hoofd. 1996)
• Alleen die paar procent op de Goudkust is rijk, meent een ander. Slechts een paar jongeren schelden op hun aanwezigheid in termen als 'verwaande kakkers' en 'natnekken'. (HP/ De Tijd, 21/06/1996)
• Op straat zie ik kakkers en ordinaire types ermee lopen. Ik herken m'n eigen kettingen meteen. (One, augustus 2000)
• Op Elmau zitten kakkers. Mensen die iets weten van de wereld. Volgens haar komen de meesten uit Wassenaar, Den Haag en Het Gooi. (Vrij Nederland, 19/08/2000)
• Zou ze een hekel hebben aan corpsleden, aan kakkers.... (Onno te Rijdt: Mores. 2001)
• Ik hopte van de punk- naar de kakscene, van de disco- naar de alto-scene, van het bruine hippiecafé naar de plaatselijke disco, dronk bier uit het flesje met de punkers, pisang ambon met de disco’s, bessen met de kakkers, rookte weed met de alto’s. (Saskia Noort: Aan de goede kant van de 30. 2003)
• Op een gegeven moment ging ze me drie zoenen geven wanneer ze me zag, zoals ze deed bij haar vriendinnen, en toen haar verkering met ene Rick, een kakker met een discolok en een hockeysjaal … (Saskia Noort: Nieuwe buren. 2006)
• Ik hoorde een beetje bij de kakkers maar vond de Mac & Maggie-look ook wel het proberen waard. (Bastiaan Ragas: Maar je krijgt er wel heel veel voor terug. 2011)
• “Het zijn zeker wel kakkers daar hè?” vroeg een van de vrienden.
“Weet ik niet,” zei Marike. Wat wáren kakkers? Was zij niet ook een kakker? “Ze zijn vooral...” – ze wist zo gauw niks – “debiel.” (Lydia Rood: Kus me. Kus me niet. 2011)
• Suus is de studente, de kakker, het hockeymeisje met de ondeugende kuiltjes in haar wangen als ze lacht. (Patrick van Rhijn: Big Sister Live. 2011)
• De komende vier jaar zat ik op het Hegius, tussen de mooie kakkermeisjes die vwo en gymnasium deden. (Özcan Akyol: Eus. 2012)
• Ik vertel toch net wat een klerezooi mijn leven is? Wij leven in comfortabel ongeluk. Kakkers kunnen goed de schijn ophouden. (Martje van der Brug: Havo is geen optie. 2013)
• Ik leef vooral in hooggespannen afwachting of de gare laptop van deze kakkertjes het wel blijft doen. (Michiel Eijsbouts: Ijsvrij. 2015)
• Vrij van kutopmerkingen en wijzende vingers storm ik in mijn kakkerkleding door het eerste jaar. (Francien Regelink: Francien laat je tieten nog eens zien. 2016)
• U leest het goed: die treurige, licht fascistoïde ontgroeningsrituelen bij de zogenaamde elite verbazen mij zeer. Maar dat doen ze al jaren. Volgens de kakkers zijn het spelletjes en is het niks meer dan dat. (Youp van ’t Hek: Lonely at the top. 2019)
Jemig, ze ziet me dus als een kakker? Terwijl ze zelf picky is over de oesters. Nou ja, blijkbaar ben ik een kakker in haar ogen. (Jacco Metselaar: Het kerstdiner. 2019)

< >