1) (1966) (inf.) borsten. Talrijke syn. in de Nederlandse volkstaal, o.a.: airbags*; ballen*; batsen*; berensnuitjes*; blaffers*; bledders*; bobbels*; bobbies*; bolders*; bonkers*; brammen*; broden*; bumpers*; contragewichten*; doppen*; drijvers*; dubbellikkers*; granaatappelen*; hammen*; handwarmers*; hansen*; hooters*; jetsers*; jidders*; joekels*; jopen*; kalebassen*; kanjers*; kanonnen*; kanonballen*; klabatsers*; klapjavianen*; knallers*; knollen*; kokosnoten*; koplampen*; loezen*; lolo's*; majoefels*; mekkers*; meloenen*; memmen*; noten*; perziken*; pluspunten*; pompelmoezen*.....
• Hoewel, die tieten. Groot en een beetje slap, maar wel enorme jonges hè. (Jan Cremer: Ik Jan Cremer. Tweede Boek. 1966)
• Een aantrekkelijke hoogblondine die, in tegenstelling tot de huidige losse-borstenmode, haar ‘jongens’ nog steeds in de stijgbeugels draagt. (Annemarie Oster: Een moeder van niks. 1980)
• Sommige van die opgeschoten meiskes gaan zomaar, met blote dingen en al, op het terras zitten of het geen geld kost. Het zou je niet verbazen als ze straks nog iets voor die 'jongens' gingen bestellen, liefst met een rietje, want het is net of deze opeens een eigen leven gaan leiden, onderling met de bevriende tietjes aan de overkant van de tafel.... (Annemarie Oster: Een vrouw van de wereld. 1981)
• Persoonlijk heb ik eens een hele avond gedanst met een langharige blonde, met schitterende ‘jongens’. (Leo Derksen: De dansende kater. 1983)
• Als hij het over haar mooie jongens heeft bedoelt hij inderdaad haar tieten en zijn ja-en-amen knikkende kompanen zitten op zijn kantoor stapels bankbiljetten te tellen en te verdelen. (de Waarheid, 09/03/1990)
• Staan de tieten niet meer pront als peren? Laat maar hangen die jonges. (Gregor Frenkel Frank: Patsers en prolurken. 1991)
• Een seksist noemen ze me sinds een interview met een meid van de radio. Ze had zulke jongens, die puilden uit haar jackje. (HP/ De Tijd, 19/07/1996)
• Als kind had ik ook al van die grote jongens. Waarom zou mij dat verlegen hebben gemaakt? (Elsevier, 10/11/2001)
• Aan Internet werd op school toen nog niet gedaan, maar Terwee had het medium wel ontdekt en zat veel in chatboxen. In die chatboxen maakte men elkaar attent op verschillende links. ‘Zo van je moet daar eens gaan kijken, dan zie je pas een vrouw met grote jongens,’ vertelt Terwee. (Nieuwe Revu, 14/11/2001)
• De jongens van mevrouw Bril ken ik vanbuiten, maar ook uit andere tijden. Niets is zo mooi als het natuurlijke verval van een boezem. (Martin Bril: Liefde, seks en regen. 2008)
• Ook Toos mocht er zijn en haar boezem bolde in haar trainingspak, ze had flinke jongens zo te zien. (Peter Langendam: De trechtermoord en andere verhalen. 2008)
• Een van de broeders legde een riem over Greta’s boezem. ‘Voorzichtig met mijn jongens, hoor,’ lachte Greta. (Martin Bril: Evelien voor altijd. 2008)
• Breast heet het spul. De fabrikant vertelde donderdag in een paginagrote advertentie in De Telegraaf dat je jongens minimaal 1 cupmaat groter worden. (Youp van ’t Hek: Bacteriën moeten ook leven. 2008)
• Ik geloof in De Pratende Tiet. Ik ben ervan overtuigd dat ons hele Zijn hier op aarde en in dit zonnestelsel door De Pratende Tiet tot stand is gebracht. Ik heb daar bewijzen voor en een Boek (Buste). Kader Abdollah is hier zo van onder de indruk dat hij een nieuwe hertaling heeft gemaakt, omdat hij Buste een rijk boek vindt waar hij steeds weer van geniet. Zijn vertaling vind ik erg mooi. In de oude versie staat: ‘Wat een lekkere jongens. Die zijn voor mij!’ (Theodor Holman: Holman liegt. 2014)
• Dat zag ik vooral toen een van de dames ging lopen. Haar tieten wezen de weg. Ze stonden recht vooruit. Ik kreeg de slappe lach en vroeg aan mijn vrouw of zij met haar verjaardag van mij een paar van die siliconenjongens wilde hebben. (Youp van 't Hek in NRC Handelsblad, 11/07/2015)
• Jouw tieten, sweetheart, jouw uitzonderlijke, goddelijke jongens tegen deze gouden Rolex. (Wilfried Hendrix: De solipsist. 2016)
• Eens stond ze voor me met een duizelingwekkend decolleté, ze had de boel net laten vergroten. Ik ogen op steeltjes, want ik kende haar nog met cuppie B. Ze haalde zo’n jongen uit heur jurk en zei: ‘Je mag hem wel vasthouden, hoor, Tuurtje.’ (Rob Hoogland & Arthur van Amerongen: Het grote foute jongensboek. Deel 2. 2019)
2) (1939) (politie, euf.) misdadigers. De term klinkt iets braver dan 'zware jongens'.
• Het gelaat van den inspecteur bleef even strak, maar hij meende toch te moeten zeggen: „Mijn compliment mijnheer van Overdaal, voor zulk snel en mogelijk goed werk.”
“Nu ja, dat het goed is, mag ik nog niet beweren, daarvoor zullen de „jongens” (in de politietaal een gangbare term voor misdadigers) nog moeten bekennen, maar een goed verhoor zal ze daar wel snel toe brengen.” (G. Stuvel: De kist met de koperen spijkers. 1939)
