(1915) (sold.) korporaal.
• De sergeantmajoors betitelden zij als kamervink, de sergeanten en fourier als mooipraters, resp. broodrat; de korporaals moesten zich vergenoegen met den naam van hazewindhonden, de tamboers met dien van oproermakers, de ouderen met de milisiens, welke laatsten destijds de biggen werden genoemd, aanvaarden den eervollen titel van de honderd-vijf-en-zestig verstrooielingen van Jerusalem. En zo kreeg ieder zijn bijnaam. (de Gelderlander, 19/12/1915)
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk