hazewindhond
(1915) (sold.) korporaal. • De sergeantmajoors betitelden zij als kamervink, de sergeanten en fourier als mooipraters, resp. broodrat; de korporaals moesten zich vergenoegen met den naam van hazewindhonden, de tamboers met dien van oproermakers, de ouderen met de milisiens, welke laatsten destijds de biggen werden genoemd, aanvaarden...