Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 09-06-2020

dummy

betekenis & definitie

(1980+) (Eng.) (scheldw.) sufferd, domkop. Populair zijn de computerboeken 'Windows (Word enz.) voor dummies'. In de VS is het ook een slangterm voor een detective.

• Voor de gevatte lezertjes die hier The Misunderstood of The Creation missen, kijk onder de M en de C, dummies! (Oor, 22/09/1984)
• Laat ik het zo zeggen: je moet wel een ongelooflijke dummy zijn wil je deze plaat niet aan je collectie toevoegen. (Vinyl, november 1986)
• Voor de dummies die die singles nooit hebben gekocht, biedt Sunset nog één kans om het goed te maken. (Vinyl, januari 1987)
• Omar Arab? Nee, dummy! Omar komt uit Texas en daarvoor uit Mississippi... (Oor, 23/04/1988)
• Die twee daar bij dat bushokje worden aangezien voor patiënten, maar dat zijn gewoon af-geschreven figuren uit het daklozentehuis hier om de hoek. Die kleine dummy daar is de enige uit het tehuis die hier af en toe wat mag halen. (De Groene Amsterdammer, 22/07/2000)
• Kun je in drie kwartier college uitleggen wie God is? De deelnemers aan de cursus 'Chris-tendom voor dummies', afgelopen woensdag in een collegezaal van de Vrije Universiteit in Amsterdam, hoopten van wel. (NRC Handelsblad, 11/05/2001)