Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 07-03-2024

droplul

betekenis & definitie

1) (1960+) (scheldw.) onhandig iemand; stommeling; wereldvreemd persoon.

• Ik voelde me een droplul met m'n dunne benen in die geile poetties... (Haring Arie: Een leven aan de Amsterdamse zelfkant. 1968)
• Die droplullen willen allemaal liever politiek. (Arie B. Hiddema: Dag heer. 1970)
• Dat die twee oerstomme droplullen voor de deur niks gehoord hebben, tenzij... (Arie B. Hiddema: Kif Kif. (1973)
• Ga ze zelf maar smeren, droplul. (Bert Jansen: Zweedse meisjes. 1979)
• In Nederland is het veel erger, daar word je besproken door een tweede hands droplul als Gerrit Komrij. (Bzzlletin, Volume 8, Edities 75-77. 1980)
• Jullie houden die droplul van een Mao voor een God. (Boudewijn Büch: Links. 1986)
• Die droplul heeft alleen op m'n gezicht gemikt. (Geerten Meijsing: Veranderlijk en wisselvallig. 1987)
• ‘Waar zou ik zo’n droplul anders ontmoeten?’ vroeg Pa. (Helga Ruebsamen: Op Scheveningen. 1988)
• Op dat gebied hebben we een bescheiden virtuositeit opgebouwd ('gratekut', 'droplul'), maar uniek zijn we daarin niet. Ons 'kut met peren' blijkt zelfs een equivalent in het Servisch te hebben, maar dan met champignons of jus. Door onze eenzijdig genitale scheldcultuur kennen wij weinig verwensingen als het Spaanse La puta de mierda que te pario! ('De stronthoer die jou op de wereld schopte') of het Amerikaanse 'You're a heap of fucking bullshit.' waarin meerdere obsessies samenvloeien. (NRC Handelsblad, 02/01/1988)
• Maar ook zij beschikt over een rijke woordenschat. Na een reeks 'droplullen' en 'lamzakken', roept ze zo hard als ze kan: 'Weet je wat jij bent? Een uitgedroogde zaadleider!' En dan wordt het pas echt interessant, want dan is de hamkwestie aan de orde: hun onvervulde kinderwens. (Opzij, januari 1991)
• Jij hebt niks te verbieden, droplul. (Herman Brusselmans: Guggenheimer wast witter. 2000)
• Wat een ongelooflijke droplul. (Heleen van Royen: Godin van de jacht. 2003)
• Hij knikt instemmend. De gladjanus. Diep in zijn hart maakt hij mij uit voor droplul, wedden? (Lulu Wang: Bedwelmd. 2004)
• Laat me niet lachen! Zo’n omhooggevallen droplulletje? (Beau van Erven Dorens: Pijn. 2008)
• Hoe gaat het met die droplul die je laatst ontmoette bij dat tankstation … (Hans Dagelet: De man met de vier o's. 2011)
• Wat dacht die droplul nou? Geen inspiratie? (Henk Rijks: Incognito. 2012)
• Wat een droplul! Heb je je daardoor laten naaien? (Alex Boogers: Alleen met de goden. 2015)
• Dat zou ik dus ook doen als ik jou was, gewoon doorlopen, ouwe droplul. (Mano Bouzamour: Bestseller Boy. 2018)
• Als jij, droplul die je bent, denkt in het openbaar anderen naar beneden te halen en zij die in een God geloven belachgeluk te maken, zo moet ik je dus op een open kaart mijn zienswijze over jouw idiote uitlatingen laten weten, bij deze. (Matthias M.R. Declercq: De ontdekking van Urk. 2020)

2) (1989) (politie) sarcastische benaming voor de moderne wapenstok van een agent. De oude wapenstok, die nogal veerde, noemde men dropstaaf. De moderne variant is verhard, er zit geen vering meer in.

• Werd de oude, verende wapenstok dropstaaf genoemd, het modernere wapentuig hoorden wij al eufemistisch droplul noemen. (Hans Rombouts: Mooipraat. Taal als camouflagemiddel. 1989)

3) (2019) (Leiden, stud.) Pernod met cola en ijs.

• Ik heb de eerste cocktail van Koos achter de kiezen. Een droplul, zoals hij het noemt: Pernod met cola en ijs, best lekker. (Jacco Metselaar: Het kerstdiner. 2019)
• Ik slik wat ongemakkelijk, neem nog een slokje droplul en besluit om wel even de anderen in te lichten dat ze voorzichtig moeten zijn met de Bezem. (Jacco Metselaar: Het kerstdiner. 2019)

< >