Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 01-06-2020

disco

betekenis & definitie

(1978) (jeugd) jongere die van dansen, discomuziek en mode houdt. Ook wel: discokikker. Vgl. soulkikker*; jazzkikker*.

• „Disco's" zijn veelal werkende jongeren -ruwweg kun je stellen dat alternatieve jongeren studeren en dat punks in vele gevallen werkloos zijn-, die, gezien de inhoud van de film, ook al niet veel hoop op de toekomst hebben. Saterday Night Fever is een film die evenals de rolprenten uit de dertiger-jaren de nadruk legt op veel glamour en glitter. (Nieuwsblad van het Noorden, 10/06/1978)
• Er zijn dr ook wel bij die alleen maar. punk zijn geworden om te vechten en te "slapen". Maar dat heb je bij alle richtingen: bij „hardrockers" en „disco's" zitten er ook bij die "slapen" en vechten. (Het vrije volk, 24/03/1981)
• Hardrockers en disco's door elkaar, dat kon ook niet goed gaan. (Vrij Nederland, 30/08/1986)
• Vrij klassieke hardrock spelen de heren uit Lennik maar die wordt met zoveel overtuiging en technisch kunnen gebracht dat zowel new-wavers, discokikkers als rockfreaks uit de bol gingen. (Backstage, februari 1987)
• "Vroeger was ik een 'disco' met een plat gekamde middenscheiding". Nu is Douwe van der Meer, 19 jaar oud en atheneum-leerling, 'rockabilly'. (Paul Sikkema: Jeugd nu. 1988)
• Disco's waren mensen die van dansen hielden, van soul, funk, van Abba en van gelikte kleren. (Oor, 19/11/1994)
• Eind jaren zeventig rekende je jezelf nog tot de alternatievelingen en mode, vond je, was iets voor disco's. (HP/ De Tijd, 21/07/1995)
• De 'disco's' daarentegen waren meer van het type 'lang-leve-de-lol'. Gekleed in wijde hoogwater broeken die taps toeliepen (zogenaamde 'patatzakken') met koppelriemen, pastelkleurige V-halstruien en moccasins aan hun voeten verzamelden zij zich vrolijk met hun brommertjes op het schoolplein. Ze schreeuwden en lachten en zagen eruit alsof ze altijd overal plezier in hadden. (Nieuwe Revu, 28/07/1999)
• Disco’s willen in de eerste plaats een goede tijd hebben en lekker lang en heftig dansen in de seksueel uiterst tolerante sfeer van de discotheek. (Kitty de Leeuw e.a.: Jong 1950-2000. Gepubl. 2000)
• Nooit meer kregen ze mij in een spijkerovergooier, disco wilde ik zijn. (Saskia Noort: Aan de goede kant van de 30. 2003)
• Ze was een disco en ze zou nooit, nooit vallen op een rocker als ik. (Saskia Noort: Nieuwe buren. 2006)
• Jij zit altijd bij die disco’s en doet net alsof je roken lekker vindt. (Wanda Bommer: Engel. 2009)