Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 05-07-2023

de week hebben

betekenis & definitie

(1897) (ook: de vuile week) (euf.) menstruatie hebben. Talrijke syn. in de volkstaal: affaires*; auwbuiksels* hebben; de baarmoeder* huilt; bal* hebben; bezoek* hebben; bieten* gegeten hebben; bloed* aan de paal; een bloedlip* hebben; de bloedvlag* laten waaien; Bloody* Mary; met de bolsjevisten* zitten; haar boom* bloeit nog; brol*; bucht*; bullen*; de clown* heeft een bloedneus; de dagen* hebben; buiten dienst* zijn; de dingen* hebben; Dracula's* theezakje; één* mei; de dag van de onafhankelijke eicel* is aangebroken; emmetje*; de Engelsen* zijn geland; 't is feest*; feestweek*; de ferrari* staat voor de deur; aan de flatsch* zijn; de Fransen* voor Delfzijl hebben liggen; 't goud* hebben; een groot* meisje worden; grootmoeder* te logeren hebben; grote* schoonmaak hebben; de haringvloot* is uitgevaren; de hoed* ligt op de kast; de hond* in de broek hebben; hoofdpijn* hebben; hormonaal* geladen zijn; jam* in de baard hebben; de Japanse* vlag hangt uit; een jonge* juffer geworden zijn; 't is kermis* bij haar; ze spelen een kleurfilm*; ze zit met haar klodden*; het is weer kurkentijd*; het lek* hebben; haar licht* staat op rood; Lotje* is op visite; de lotte* hebben; de maan* staat bij haar nog achter de kerk; de maand* hebben; maandelijks* ongemak; maandelijkse* plaag; het maandroosje* bloeit; meid* worden; in de menie* staan; met de miserie* zitten; modder* voor de goal; moeilijke* dagen; het ootje* hebben; opoe*; Oranje* boven; de oranjevlag* laten waaien; oremus* zijn; (de) periode*; ze zit met de poepelappen*; een katoenen pony* hebben; an de preutel* zijn; de prins* is jarig; aan de prut* zijn; de regels* hebben; lid zijn van het Rode* Kruis; de rode* racewagen staat voor de deur; de rode* vlag hangt uit; rood* zijn; het is feest in Roodkerk*; rooie* emmer; rooie* loop; aan de rooie* klats zijn; de rode* loper ligt uit; haar rozelaar* bloeit; de Russen* op bezoek hebben; aan de saus* zijn; er zijn schilders* op bezoek; de socialisten* gaan uit; het spel* van Jo van Nel; ze zit met het spel*; met het spul* zitten; de stonden* hebben; ze heeft iets in haar streep*; tante* op bezoek hebben; tante* Rosa; het is de tijd* van de maand; het is tomatensoep* (deze week); de rode vaan* (vlag) hangt uit; de verandering* krijgen; visite* hebben; de vlag* hangt uit; vlaggetjesdag*; met de vloed* zitten; de vloek* van Eva; met de vodden* zitten; vuile* week; de witte* broek aanhebben; ziekte* van erge pijn.

• Ook voor menstruatie, de regels. Ze heb de week. (G.J. Boekenoogen: De Zaansche volkstaal. 1897)
• In de week zitten, de week hebben: de maandstonden hebben. (Amaat Joos: Waasch Idioticon. 1904)
• Vuile week, dat niese heb de vuile week (maandelijksche stonden). (Köster Henke: De Boeventaal. 1906)
• de vuile week hebben: de vrouwelijke maandstonden hebben. (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937)
• (Stoett: Nederlandsche Spreekwoorden. 1943) (onder stonden)
• (Henry Roskam: Boeven-jargon. 1948)
• de week hen, a) scherts.: de maandstonden hebben; (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1950)
• (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980)
• (Inez van Eijk: Zo lust ik er nog wel een. 1980) (p. 29)
• Pratsj in de jool. Deze wat gewaagde uitdrukking - letterlijk vertaald: modder in het doel - kwam ik tegen in een lijst met woorden en uitdrukkingen uit Bocholtz. Die modder is hetzelfde als de rode vlag (uithangen), oftewel ongesteld zijn. Ik vermoed dat het geen gebruikelijke uitdrukking is, eerder een grap. Oud kan de uitdrukking ook niet zijn, want jool (goal) bestond tachtig jaar geleden niet in het Limburgs. Onmiddellijk rijst daarom de vraag: hoe noemde men deze lastige maar regelmatig voorkomende kwaal dan wel? De meest voorkomende uitdrukking in Limburg is: de regels höbbe (Frans: règles). Ook de waek hebben komt veel voor, of de daag (dagen). (Wim Kuipers: Letterbak. Taalkwesties & Limburgs dialect. 1988)
• Dat krijg je ervan, als je de maîtresse haar what-you-call met de tong bedient terwijl ze de vuile week heeft. (A.F. Th. Van der Heijden: De ochtendgave. 2015)