Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 05-05-2020

borstel

betekenis & definitie

1) (1984) (inf.) vrouwelijk geslachtsdeel. Vergelijking van het schaamhaar met de borstelharen.

• Toen leidde ze hem in haar borstel. De soldaat stootte zijn speer met kracht in haar en Sienie slaakte een korte gil en klemde haar benen samen boven de rug van de soldaat. (Jan Cremer: De Hunnen. 1984)

2) (1984) (in de uitdrukking ‘de borstel op de steel steken) (Vlaanderen, inf.) geslachtsgemeenschap hebben, neuken. Kijk ook onder steel*.

• (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)