Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 27-02-2020

amoebe

betekenis & definitie

(2005) (stud.) scheldw. voor een aankomend lid of feut*.

• Voor een algemene indruk van de gemiddelde intelligentie van een Corps Amoebe, check het afzeikregister van de virtuele societeit... mijn scrotum jeukt nu nog van het plaatsvervangend schaamtegevoel... (www.geenstijl.nl, 06/06/2005)
• Ik heb met deze amoebe een privé-appeltje te schillen. (Viktor Frölke: Het dis-puut. 2017)