Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 28-10-2021

als een tiet

betekenis & definitie

(1937) (inf.) gesmeerd, erg vlot, gemakkelijk, prachtig (lopen, verkopen enz. ). Tiet heeft hier de (gewestelijke) betekenis van 'kip, hen'. Syn.: als een tierelier*; als een trein*.

• ‘Hapert er wat an, jong?’ riep Gantelhoven, die weer is over de kajuit hing.
‘Niks! Lcopt als een tietje.... Godsmerakel hoe 't allegaar zo blijft draaie en jakkere.... Niet om bij te houe.... Je zou er van an 't piekere rake!’ (Willem van Iependaal: Kriebeltjes hoogtepunt. 1937)
• Die motor loopt as 'n tiet (heel best). (H. Langedijk: Hé is dat Westfries? 1963)
• Zilvermonster was weer de ouwe, hij liep als een tiet op die Spaanse benzine... (Jan Cremer: Ik Jan Cremer. 1964)
• ‘Ben je sikker?’ En het lijkt hem verstandig om te zeggen: ‘As een tiet,’… (Max Dendermonde: Een blauwe maandag op aarde. 1965)
• Als een blok op de weg. Rijdt als een tiet. (Heere Heeresma: Geef die mok eens door, Jet! 1968)
• Er zou een grammofoonplaat moeten bestaan met iemand erop die zo aanstekelijk lacht dat je er geen weerstand aan kunt bieden. Zo'n plaat zou lopen als een tiet. (Sybren Pollet: De geboorte van een geest. 1974)
• Het zal me trouwens een zorg zijn, totnutoe lopen de zaken als een tiet, we zijn nou toch mannen onder mekaar. (Margaretha Ferguson: Elias in Batavia en Jakarta. 1977)
• Maar er zijn ook dingen in de collectie die verkopen als een tiet, maar ikzelf doe ze (nog) niet aan. (Algemeen Dagblad, 05/12/1992)
• 'Lectuur, die verkoopt als een tiet' noemt hij zijn stukjes zelf. (Trouw, 10/07/1993)
• Hij begon een blaadje van twee pagina's over de vrouwen in zijn clubs. Dat liep als een tiet. (Nieuwe Revu, 06/11/1996)
• Ze deden hun werk niet slecht, de handel liep als een gedynamiteerde tiet. (Herman Brusselmans: Uitgeverij Guggenheimer. 1999)
• De cursus echtscheidingspreventie die we onlangs met ons mediationbureau zijn gestart loopt wonder boven wonder ook als een tiet. (Liza van Sambeek: Koninginnenrit. 2008)
• ‘Zoals je ziet,’ zei hij, ‘verkoop ik als een tiet.’ (Bert Natter: Begeerte heeft ons aangeraakt. 2008)
• Ik heb me in geen tijden zo goed gevoeld. Dat afvallen gaat als een tiet. (Hans van der Beek: Mijn vrouw heet Petra. 2008)
• 't Lupt ès 'n tiet. Het loopt als een tiet. Waarschijnlijk moet hier aan een kip gedacht worden (of aan een melkgevende vrouwenborst?). (Cor & Jos Swanenberg: Bij wijze van spreuken. Brabantse spreuken vergaard en verklaard. 2008)
• De paringsdans van alle hitsige vrouwen ter wereld. En het werkt. Als een dikke tiet. (Pam Emmerik: Wie het paradijs verdragen kan. 2014)
• En het mooiste is nog dat we als een tiet scoren bij de Betrokken Streekbewoners. (Michiel Eijsbouts: Ijsvrij. 2015)
• Mijn moeder zei altijd dat misdaad niet loont, maar het loont als een tiet. (James Worthy: Mottenballen voor de ziel. 2016)
• Dat boek, dat leest ‘als een tiet’ (zoals ze in uw contreien zeggen), is me nogal een farce. (Nanne Tepper: De kunst is mijn slagveld. Brieven 1993-2001. 2016)