Een woordenboek van de filosofie

Begrippen, stromingen, denkers (2017)

Gepubliceerd op 20-04-2017

Wetenschappelijke wetten worden vaak natuurwetten genoemd

betekenis & definitie

De natuurwet (altijd enkelvoud) of het natuurrecht is de morele wet (d.w.z. een verzameling van wetten) opgevat als door de rede alleen, zonder enig beroep op openbaring, belangen, gevoelens enzovoort, afleidbaar uit de algemene aard van het heelal. Zie ook conventionalisme, instrumentalisme, modaliteiten, verklaring.

S.E. Toulmin, Philosophy of Science, 1953. (Verdedigt de opvatting van wetten als geïdealiseerde beschrijvingen, al noemt hij ze niet zo. Hij bespreekt ook andere opvattingen.)
W. Kneale, Probability andInduction, 1949.
(In deel 2 worden verschillende soorten wetenschappelijke wetten besproken, en wordt betoogd dat ze objectieve noodzakelijkheden uitdrukken.)
R.B. Braithwaite, Scientific Explanation, 1953. (Op pp. 300-303 analyseert hij wetenschappelijke wetten in termen van hun verklarende functie.)
A. J. Ayer, The Concept of a Person, 1963 (Over de persoonlijkheid, 1966), hoofdstuk 8. (Een uitspraak is een natuurwet wanneer we een bepaalde houding er tegenover aannemen.)
M. Singer, Generalization in Ethics, 1963, hoofdstuk 5. (Morele regels en principes.)
A.P. D’Entreves, Natural Law, 1951. (Verdedigt de ‘natuurwet’.)