Een verondersteld zesde zintuig, over het bestaan waarvan in de achttiende eeuw heftig werd geredetwist. De pleitbezorgers ervan meenden dat onze eigen handelingen en die van anderen aangename of onaangename ‘sentimenten’ of gevoelens in ons opwekken al naar gelang die handelingen, in de traditionele termen, deugdzaam of slecht zijn. Het is echter niet altijd duidelijk wat de rol van dit zintuig in deze opvatting is: nemen we er kwaliteiten mee waar (zo ja, van welke aard?), of wekt het slechts sentimenten, of een verlangen om te handelen, in ons op wanneer we bepaalde kwaliteiten op de gewone wijze waarnemen?
L.A. Selby-Bigge (red.), British Moralists, 1897. (Deel 1 bevat een keuze uit de geschriften van de pleitbezorgers van de morele zin, deel 2 uit die van hun tegenstanders. Vgl. ook de ethische geschriften van hume.)
D.D. Raphael, The MoralSense, 1947. (Voornamelijk historische uiteenzetting.)
